Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer
  • Vruchtgebruik en bloot eigendom

    Het gaat om een 75-jarige cliënte die door vererving vruchtgebruikster is geworden van een woning (waarin ze ook daadwerkelijk woont) met een WOZ waarde van 308.000,-. Ze neemt alle kosten daarvan voor haar rekening (OZB, onderhoud, verzekering, etc.). Haar 65-jarige stiefdochter is de blooteigenaar en wil weten wat mijn cliënte heeft aangegeven omtrent dat vruchtgebruik.
    Mijn vraag is: Hoe, waar en wat kan e.e.a. het gunstigst voor beide partijen in hun IB aangifte worden verwerkt? Er blijken verschillende opties mogelijk te zijn welke ik niet kan beoordelen.

8 reacties

  • Dag,

    Ik denk dat bij jouw het volgende aan de hand is:

    Als één van de ouders is overleden en de andere (stief)ouder nog in leven is, kunnen de kinderen doorgaans nog geen aanspraak maken op hun erfdeel. Er ontstaat dan een zogenaamde niet-opeisbare vordering. De vordering van de kinderen kan pas opgeëist worden als de andere (stief)ouder is overleden.

    EN/OF

    U hebt het bloot eigendom gekregen van een bezitting waarvan de overgebleven ouder het vruchtgebruik heeft. U hoeft deze bezittingen niet aan te geven in box 3.

    Defiscalisering

    Indien een langstlevende echtgenoot (hierna: “langstlevende”) de beschikking heeft over de goederen van de nalatenschap en de kinderen hun erfdeel slechts in de vorm van een niet-opeisbare aanspraak krijgen, is het erfdeel van de kinderen voor de inkomstenbelasting in veel gevallen gedefiscaliseerd.
    Wat betekent defiscalisering?
    Op grond van artikel 5.4 Wet inkomstenbelasting 2001 worden bepaalde geldvorderingen van een kind op een langstlevende (stief)ouder niet in aanmerking genomen voor de rendementsgrondslag in box 3. Hierbij gaat het om vorderingen die krachtens erfrecht zijn ontstaan, bijvoorbeeld op grond van de wettelijke verdeling. Ook de hiermee corresponderende schulden zijn gedefiscaliseerd.

    Door de defiscalisering worden de goederen en schulden van de nalatenschap volledig bij de langstlevende (stief)ouder in box 3 zijn belast, ook als dit voor belastingplichtigen nadelig uitpakt. De gedachte hierachter is de belastingheffing aan te laten sluiten bij degene die de beschikking heeft over het vermogen.

    Defiscalisering bij vorderingen en schulden
    Aanvankelijk was alleen sprake van defiscalisering bij vorderingen en de hiermee corresponderende schulden die zijn ontstaan krachtens het wettelijke erfrecht. Inmiddels geldt defiscalisering voor niet-opeisbare geldvorderingen van kinderen op (stief)ouders die voortvloeien uit een:

    wettelijke verdeling, quasi-wettelijke verdeling of ouderlijke boedelverdeling;
    andere (partiële) verdeling van de nalatenschap;
    legitieme portie;
    keuzelegaat tegen inbreng van de waarde;
    legaat van een geldsom.
    Defiscalisering geldt alleen zolang de vorderingen op grond van de wet of het testament van de erflater niet-opeisbaar zijn. Er is geen sprake van defiscalisering bij niet-opeisbare kleinkindlegaten of vorderingen uit hoofde van een ik-opa-testament.

    Defiscalisering bij vruchtgebruik en blote eigendom
    Defiscalisering geldt ook voor goederen en schulden waarop krachtens erfrecht een recht van vruchtgebruik ten behoeve van de langstlevende (stief)ouder is gevestigd. De blote eigendom behoort in dat geval niet bij het kind tot de rendementsgrondslag van box 3, maar de goederen en schulden worden volledig bij de (stief)ouder in de heffing betrokken. De defiscalisering is (met terugwerkende kracht) van toepassing als het recht van vruchtgebruik binnen twee jaar na het overlijden is gevestigd.

    • Citaat starten
      Redactie Kennisnetwerk
      geschreven op 2 September 2025 om 14:25

      Dag,

      Ik denk dat bij jouw het volgende aan de hand is:

      Als één van de ouders is overleden en de andere (stief)ouder nog in leven is, kunnen de kinderen doorgaans nog geen aanspraak maken op hun erfdeel. Er ontstaat dan een zogenaamde niet-opeisbare vordering. De vordering van de kinderen kan pas opgeëist worden als de andere (stief)ouder is overleden.

      EN/OF

      U hebt het bloot eigendom gekregen van een bezitting waarvan de overgebleven ouder het vruchtgebruik heeft. U hoeft deze bezittingen niet aan te geven in box 3.

      Defiscalisering

      Indien een langstlevende echtgenoot (hierna: “langstlevende”) de beschikking heeft over de goederen van de nalatenschap en de kinderen hun erfdeel slechts in de vorm van een niet-opeisbare aanspraak krijgen, is het erfdeel van de kinderen voor de inkomstenbelasting in veel gevallen gedefiscaliseerd.
      Wat betekent defiscalisering?
      Op grond van artikel 5.4 Wet inkomstenbelasting 2001 worden bepaalde geldvorderingen van een kind op een langstlevende (stief)ouder niet in aanmerking genomen voor de rendementsgrondslag in box 3. Hierbij gaat het om vorderingen die krachtens erfrecht zijn ontstaan, bijvoorbeeld op grond van de wettelijke verdeling. Ook de hiermee corresponderende schulden zijn gedefiscaliseerd.

      Door de defiscalisering worden de goederen en schulden van de nalatenschap volledig bij de langstlevende (stief)ouder in box 3 zijn belast, ook als dit voor belastingplichtigen nadelig uitpakt. De gedachte hierachter is de belastingheffing aan te laten sluiten bij degene die de beschikking heeft over het vermogen.

      Defiscalisering bij vorderingen en schulden
      Aanvankelijk was alleen sprake van defiscalisering bij vorderingen en de hiermee corresponderende schulden die zijn ontstaan krachtens het wettelijke erfrecht. Inmiddels geldt defiscalisering voor niet-opeisbare geldvorderingen van kinderen op (stief)ouders die voortvloeien uit een:

      wettelijke verdeling, quasi-wettelijke verdeling of ouderlijke boedelverdeling;
      andere (partiële) verdeling van de nalatenschap;
      legitieme portie;
      keuzelegaat tegen inbreng van de waarde;
      legaat van een geldsom.
      Defiscalisering geldt alleen zolang de vorderingen op grond van de wet of het testament van de erflater niet-opeisbaar zijn. Er is geen sprake van defiscalisering bij niet-opeisbare kleinkindlegaten of vorderingen uit hoofde van een ik-opa-testament.

      Defiscalisering bij vruchtgebruik en blote eigendom
      Defiscalisering geldt ook voor goederen en schulden waarop krachtens erfrecht een recht van vruchtgebruik ten behoeve van de langstlevende (stief)ouder is gevestigd. De blote eigendom behoort in dat geval niet bij het kind tot de rendementsgrondslag van box 3, maar de goederen en schulden worden volledig bij de (stief)ouder in de heffing betrokken. De defiscalisering is (met terugwerkende kracht) van toepassing als het recht van vruchtgebruik binnen twee jaar na het overlijden is gevestigd.

      Einde citaat

      Bedankt voor je toelichting ; wel een complexe zaak. Als ik het nu goed begrijp moet de vruchtgebruiker de volledige WOZ waarde opgeven in BOX 1 en de bloot eigenaar (en ook de vruchtgebruiker) niets in BOX 3.

      • Citaat starten
        Redactie Kennisnetwerk
        geschreven op 2 September 2025 om 14:25

        Bedankt voor je toelichting ; wel een complexe zaak. Als ik het nu goed begrijp moet de vruchtgebruiker de volledige WOZ waarde opgeven in BOX 1 en de bloot eigenaar (en ook de vruchtgebruiker) niets in BOX 3.

        Einde citaat

        De vruchtgebruiker geeft op dat hij/zij de enige eigenaar is en de volledige WOZ.

        Bloot eigenaar geeft op geen woning te hebben of bij de vraag:

        Had u nog een onroerende zaak, zoals een leegstaande woning, woning in aanbouw, vakantiewoning, een verhuurd pand of een terrein? met "Nee" te beantwoorden.

        Klik voor info op het ? bij de punten over de Woning.

  • Bedankt Gorrit,

    Zou je me ook nog kunnen adviseren wat de bloot eigenaar zou moeten aangeven bij woningen en andere onroerende zaken.
    Iets anders is een opmerking die ik gehoord heb van iemand dat hier wellicht sprake is van "de fiscalisering" volgens de wet. Het zegt me nu nog niets.
    MvG

    • Deze reactie is gewijzigd op 2 september 2025.
    • Citaat starten
      Redactie Kennisnetwerk
      geschreven op 2 September 2025 om 14:24

      Bedankt Gorrit,

      Zou je me ook nog kunnen adviseren wat de bloot eigenaar zou moeten aangeven bij woningen en andere onroerende zaken.
      Iets anders is een opmerking die ik gehoord heb van iemand dat hier wellicht sprake is van "de fiscalisering" volgens de wet. Het zegt me nu nog niets.
      MvG

      • Deze reactie is gewijzigd op 2 september 2025.
      Einde citaat

      Hoi, de blote waarde van het eigendom bereken je door de volledige waarde - vruchtgebruik te doen. De uitkomst is de blote eigendom. Je leest hier meer over op onze website: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/erfbelasting/content/berekening-waarde-vruchtgebruik-blote-eigendom-periodieke-uitkeringen.

  • U hebt levenslang vruchtgebruik dat al is ingegaan en die eindigt bij het overlijden van 1 persoon. U berekent de waarde van het vruchtgebruik op 1 januari door eerst de jaarlijkse uitkering te berekenen. De jaarlijkse uitkering is 4% van de waarde van het bezit in het economisch verkeer. Deze uitkomst moet u vermenigvuldigen met de factor uit Tabel 1 die hoort bij uw leeftijd op 1 januari.

    Voorbeeldberekening
    U bent een vrouw en hebt het vruchtgebruik van een eigen woning. Uw leeftijd op 1 januari is 75 jaar. De waarde van de woning in het economisch verkeer is € 308.000. De jaarlijkse uitkering is 4% van € 308.000 = € 12.320. U moet eerst 5 jaar van uw leeftijd aftrekken voordat u de tabel gebruikt. 75 - 5 = 70 jaar. De vermenigvuldigingsfactor in Tabel 1bij deze leeftijd is 8.
    De waarde die u opgeeft in uw aangifte inkomstenbelasting is € 12.320 x 8 = € 98560.

  • Is het Vruchtgebruik levenslang?

    • Citaat starten
      Redactie Kennisnetwerk
      geschreven op 2 September 2025 om 14:24

      Is het Vruchtgebruik levenslang?

      Einde citaat

      Goede morgen Gorrit,

      Ja.

Denkt u mee

Wilt u reageren? Log dan eerst in.

Inloggen