De berekening en het verzilveren van de heffingskorting(en) in het jaar van AOW-gerechtigd worden is voor veel mensen ondoorzichtig. Maar klopt (hier) wel.
De AOW-premie is nog verschuldigd in de maanden van nog niet pensioengerechtigd zijn. De ouderenkorting kan niet verzilverd worden, want er is over het AOW-inkomen te weinig belasting verschuldigd. Tevens behoort de ouderenkorting niet tot de heffingskorting die de Belastingdienst onder voorwaarden uitkeert aan de minstverdienende partner, geboren vóór 1963.
Er is dus wel recht op het totaal aan heffingskortingen. Maar voor teruggave komt slechts het te verrekenen deel van de heffingskortingen in aanmerking. Dat is hier € 2142