Les 1: Uitzoeken

Tip!  Tips

• Doen fiscale partners apart aangifte? Zorg dan dat de verdeling in beide aangiftes gelijk is en uitkomt op 100%.
• Deel de aftrekposten toe aan de partner met het hoogste inkomen. Tenzij er sprake is van aftrekposten uit art. 2.10 lid 2 en 3 Wet IB 2001 (opent in nieuw venster). Dan geldt er een aftrekbeperking en maakt het niet uit wie het hoogste inkomen heeft.
• Heeft 1 van de partners de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt? Dan kan het verstandiger zijn om de aftrekpost(en) toe te delen aan diegene die nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, ook al heeft diegene een lager inkomen.
• Houd tijdens het verdelen rekening met de aanslaggrens van € 57. Uw cliënt hoeft een aanslag van € 57 of minder, zonder dat er eerder een voorlopige aanslag is vastgesteld, niet te betalen.
• Is een fiscale partner overleden? Deel dan de persoonsgebonden aftrekposten van dat jaar tot maximaal de hoogte van het verzamelinkomen toe aan de overleden partner en de rest aan de achterblijvende partner.
  Anders ontstaat bij de overleden partner een restant persoonsgebonden aftrek (opent in nieuw venster) dat niet meer kan worden verrekend. Daardoor zijn de partners het belastingvoordeel van die aftrek kwijt.
• Als de aanslagen van beide partners onherroepelijk vaststaan, kunt u de verdeling niet meer aanpassen. Wil uw cliënt bezwaar maken? Doe dit dan binnen 6 weken na ontvangst van de definitieve aanslag.