Les 1: Uitzoeken

1.1 Kijk welke inkomsten er zijn

Leg uw cliënt uit dat werkgevers of uitkeringsverstrekkers in Nederland belasting inhouden op loon of uitkering die zij aan uw cliënt betalen. Dit heet loonheffing en is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Een werknemer heeft recht op loonheffingskorting. Dit is een combinatie van het bedrag aan arbeidskorting, algemene heffingskorting, heffingskorting voor AOW-gerechtigden en de jonggehandicaptenkorting (Wajong).

Leg uw cliënt uit dat niet al het inkomen op dezelfde manier wordt belast. Er zijn 3 verschillende boxen. De volgende inkomsten worden belast in box 1:

• inkomsten uit loondienst (opent in nieuw venster)
• winst uit onderneming (opent in nieuw venster)
• pensioen en andere uitkeringen (opent in nieuw venster)
• inkomsten uit overig werk (opent in nieuw venster)
• inkomsten uit het beschikbaar stellen van bezittingen aan een eigen bv of aan een onderneming van een fiscale partner (opent in nieuw venster)
• ontvangen partneralimentatie (opent in nieuw venster)
• eigen woning (opent in nieuw venster)
• negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen (opent in nieuw venster)
• teruggekregen bedragen en vergoedingen, die in een eerdere aangifte zijn afgetrokken
• periodieke uitkeringen

Meer informatie vindt u op Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning (opent in nieuw venster).

Heeft uw cliënt een eigen bv opgericht en ontvangt die dividend en/of inkomsten uit het verkopen van aandelen? Dan zijn dit inkomsten in Box 2: aanmerkelijk belang (opent in nieuw venster).

Heeft uw cliënt vermogen uit bijvoorbeeld spaargeld, een vakantiewoning, een perceel of beleggingen? Dan vallen al deze bezittingen, minus de schulden, in Box 3 (opent in nieuw venster).

Cryptovaluta, zoals bitcoins en andere virtuele betaalmiddelen horen ook bij de bezittingen in box 3. Er wordt niet altijd belasting over betaald en er hoeft ook niet standaard aangifte over worden gedaan. Wanneer er belasting over box 3 wordt betaald leest u op Ik heb crypto's - moet ik daarover aangifte doen? (opent in nieuw venster).

1.2 Controleer of er kosten zijn die uw cliënt mag aftrekken

Uw cliënt kan bijvoorbeeld reiskosten met het openbaar vervoer, die niet vergoed zijn door de werkgever, aftrekkecn. Meer informatie vindt u op Voorwaarden reisaftrek openbaar vervoer (opent in nieuw venster).

Heeft uw cliënt inkomsten uit overig werk? Dan kan uw cliënt zakelijke kosten aftrekken. Meer informatie vindt u op Welke zakelijke kosten mag ik aftrekken? (opent in nieuw venster).

Uw cliënt kan ook aftrekposten voor de eigen woning hebben. Meer informatie vindt u op Eigen woning – welke kosten mag ik aftrekken? (opent in nieuw venster). In de taak ‘woningen en andere onroerende zaken’ leest u meer over de aftrekbare kosten voor de eigen woning.

Ontving uw cliënt alimentatie van een ex-partner (opent in nieuw venster)? In sommige gevallen mogen deze kosten dan ook worden afgetrokken.

In de taak ‘uitgaven invullen’ leest u meer over andere (persoonsgebonden) aftrekposten.

Als u ingelogd bent klikt u op de knop 'Afronden les' om uw voortgang bij te houden.