Les 1: Uitzoeken
1.1 Kijk welke onroerende zaken uw cliënt bezit
Onroerende zaken zijn zaken die duurzaam aan de grond verbonden zijn. Uw cliënt kan bijvoorbeeld een woning, een vakantiewoning, een verhuurd pand of een terrein in zijn bezit hebben. Check welke onroerende zaken uw cliënt bezit en wat het hoofdverblijf is. De eigen woning die het hoofdverblijf is, valt in box 1.
In een aantal bijzondere situaties kunnen 2 woningen een eigen woning zijn. Bijvoorbeeld als iemand de eigen woning nog moet verkopen, maar al wel een andere woning heeft gekocht. Meer informatie staat op Tijdelijk 2 woningen (opent in nieuw venster).
1.2 Check de WOZ-waarde
Uw cliënt betaalt geen belasting over de waarde van de eigen woning, maar over het inkomen uit de eigen woning. Het hebben van een eigen woning levert woongenot op en beschouwen wij als inkomen in natura. Dit inkomen heet het eigenwoningforfait (opent in nieuw venster). Het eigenwoningforfait is een percentage van de Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde), dat wordt opgeteld bij het inkomen van uw cliënt. Meer informatie vindt u op Eigenwoningforfait – wat is het en hoe bereken ik het? (opent in nieuw venster). De gemeente stelt de WOZ-waarde jaarlijks vast. De waarde staat op de WOZ-beschikking die uw cliënt heeft ontvangen van de gemeente.
Bij een verhuizing vult u per periode het eigenwoningforfait in over de periode dat uw cliënt stond ingeschreven op dat adres. Meer informatie staat op Verschillende eigen woningen in het jaar (verhuizing) (opent in nieuw venster).
Check of uw cliënt de eigen woning weleens verhuurt, bijvoorbeeld tijdens vakanties. In dat geval moet uw cliënt die inkomsten ook opgeven. Verhuurde uw cliënt een kamer of deel van de woning? En is voldaan aan de voorwaarden van de kamerverhuurvrijstelling? Dan hoeft uw cliënt deze huurinkomsten niet op te geven. Meer informatie staat op Ik heb een koopwoning en verhuur een kamer – moet ik dan belasting betalen? (opent in nieuw venster).
Tips
- Een woonboot of woonwagen met een vaste lig- of standplaats is ook een woning.
- Onroerende zaken met beperkt eigendom tellen ook mee als eigen woning. Bijvoorbeeld erfpacht, opstal, beklemming of appartementsrecht.
- Heeft uw cliënt het vruchtgebruik (opent in nieuw venster), recht van bewoning of recht van gebruik van een woning geërfd? En woont uw cliënt er zelf in en betaalt uw cliënt zelf de kosten? Dan telt dit ook als woning.
- De WOZ-beschikking ontvangt uw cliënt altijd begin van het jaar. Daarop staat de peildatum van 1 januari van het vorig jaar. Dus voor de aangifte van 2025 hebt u de beschikking: WOZ-beschikking 2025 van uw cliënt nodig, met peildatum 1 januari 2024. Meer informatie vindt u op WOZ-waarde – welke moet ik in mijn aangifte invullen? (opent in nieuw venster).
- Bij een woning die leeg en te koop staat, heeft uw cliënt maximaal 3 jaar recht op renteaftrek. Meer informatie vindt u op Vorige woning staat te koop (opent in nieuw venster).
Dit geldt niet als uw cliënt de woning verhuurt in deze periode. Meer informatie staat op Ik verhuur mijn woning die te koop staat – krijg ik renteaftrek? (opent in nieuw venster).
Hulpmiddelen
- Gebruik het WOZ-waardeloket (opent in nieuw venster) als uw cliënt geen WOZ-beschikking heeft.
- Maak gebruik van de checklist Huis kopen of verkopen – welke belastingzaken moet ik regelen? (opent in nieuw venster).
Als u ingelogd bent klikt u op de knop 'Afronden les' om uw voortgang bij te houden.