Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer
  • Aangifte erfbelasting en wel of geen quasi-wettelijke verdeling

    Hoe verwerk je het testament ouderlijke boedelverdeling (art 1167) n de aangifte erfbelasting. Qua omschrijving lijkt dit op een 'quasi-wettelijke verdeling' maar valt dit daar ook echt onder? En zo niet, hoe verwerk je het dan?

4 reacties

  • Hallo, in de aangifte wordt gevraagd of er een testament is én vervolgens of er een quasi-wettelijke verdeling is.
    Wanneer er in het testament vermeld staat dat het om een quasi-wettelijk testament gaat kun je 'ja' aangeven. In alle andere gevallen is het antwoord hier 'nee'.
    Zoals Pieter al aangaf, kun je bij twijfel de notaris raadplegen.

    • Deze reactie is gewijzigd op 3 september 2025.
  • Een quasi-wettelijke verdeling heet een verdeling die afwijkt van de natuurlijke verdeling. Er moet dan 1 of er moeten meerdere bepalingen in het testament te lezen zijn. Bijvoorbeeld: 1 kind erft niet mee of er wordt rente berekend over de vordering. Bij de belastingtelefoon erven heeft men u niet kunnen helpen. Want daar is geen inzicht in het testament. Uzelf heeft dat wel. U kunt in uw situatie ook de notaris raadplegen die het testament heeft opgesteld. Een toelichting over de quasi-wettelijke verdeling is bijvoorbeeld ook te lezen in de volgende link: https://bronckhorstnotariaat.nl/de-quasi-wettelijke-verdeling-wat-houdt-deze-testamentsvorm-in/

  • In testamenten van vóór 1 januari 2003 wordt meestal artikel 1167 BW in het testament genoemd, ofwel de zogeheten ‘’ouderlijke boedelverdeling’’. Zowel de situatie zonder testament met de natuurlijke wettelijke verdeling als een testament van vóór 2003 zijn langstlevende-testamenten die bepalen dat, wanneer de eerste echtgenoot van een echtpaar komt te overlijden, alle bezittingen en schulden bij de andere echtgenoot terecht komen. De langstlevende wordt enig eigenaar van de woning, de bankrekening, de auto enzovoort. Maar ook van de hypotheekschuld.

    Omdat de kinderen ook erfgenaam zijn, ontvangt de langstlevende echtgenoot meer dan waar hij/zij recht op heeft. De langstlevende wordt “overbedeeld”.

    Stel van een echtpaar met twee kinderen dat de man als eerste komt te overlijden. Dan is de vrouw voor 1/3 deel mansdeel erfgename. De twee kinderen erven ieder ook 1/3e deel. Door de langstlevende-regeling gaat echter alles naar de vrouw. Hierdoor ontvangt de vrouw dus 2/3 deel van de erfenis teveel. Dit wordt een schuld aan de kinderen; de kinderen krijgen een vordering op hun moeder van ieder van 1/3 van de erfenis.

    De schulden aan de kinderen hoeven volgens de hoofdregel pas betaald te worden bij overlijden van hun moeder. Soms zijn in een testament nog meer situaties opgenomen wanneer de vrouw de schulden aan de kinderen moet uitbetalen, zoals wanneer zij hertrouwt of naar een zorginstelling verhuist en een eigen bijdrage moet gaan betalen.

    De Belastingdienst kijkt naar wat iemand als erfgenaam erft op het moment van overlijden van de erflater. Het feit dat het erfdeel niet meteen uitbetaald wordt, doet daar in principe niets aan af. Er wordt voor de fiscale waarde van de erfenis nog bekeken of deze al dan niet rente draagt. De erfbelasting die verschuldigd is over de verkrijging van de kinderen moet de langstlevende voorschieten.

    Er kunnen in een testament aanvullende bepalingen zijn opgenomen zoals het “opvullegaat”  dat ervoor zorgt dat bij het eerste overlijden zo mogelijk helemaal geen erfbelasting wordt betaald. Vaak betekent dit laatste echter dat de kinderen bij overlijden van de langstlevende ouder duurder uit zullen zijn. Zo kunnen er in een testament na het eerste overlijden nog diverse keuzes zijn  gemaakt om de hoogte van de erfbelasting te beïnvloeden.

    • Citaat starten
      Redactie Kennisnetwerk
      geschreven op 3 September 2025 om 11:11

      In testamenten van vóór 1 januari 2003 wordt meestal artikel 1167 BW in het testament genoemd, ofwel de zogeheten ‘’ouderlijke boedelverdeling’’. Zowel de situatie zonder testament met de natuurlijke wettelijke verdeling als een testament van vóór 2003 zijn langstlevende-testamenten die bepalen dat, wanneer de eerste echtgenoot van een echtpaar komt te overlijden, alle bezittingen en schulden bij de andere echtgenoot terecht komen. De langstlevende wordt enig eigenaar van de woning, de bankrekening, de auto enzovoort. Maar ook van de hypotheekschuld.

      Omdat de kinderen ook erfgenaam zijn, ontvangt de langstlevende echtgenoot meer dan waar hij/zij recht op heeft. De langstlevende wordt “overbedeeld”.

      Stel van een echtpaar met twee kinderen dat de man als eerste komt te overlijden. Dan is de vrouw voor 1/3 deel mansdeel erfgename. De twee kinderen erven ieder ook 1/3e deel. Door de langstlevende-regeling gaat echter alles naar de vrouw. Hierdoor ontvangt de vrouw dus 2/3 deel van de erfenis teveel. Dit wordt een schuld aan de kinderen; de kinderen krijgen een vordering op hun moeder van ieder van 1/3 van de erfenis.

      De schulden aan de kinderen hoeven volgens de hoofdregel pas betaald te worden bij overlijden van hun moeder. Soms zijn in een testament nog meer situaties opgenomen wanneer de vrouw de schulden aan de kinderen moet uitbetalen, zoals wanneer zij hertrouwt of naar een zorginstelling verhuist en een eigen bijdrage moet gaan betalen.

      De Belastingdienst kijkt naar wat iemand als erfgenaam erft op het moment van overlijden van de erflater. Het feit dat het erfdeel niet meteen uitbetaald wordt, doet daar in principe niets aan af. Er wordt voor de fiscale waarde van de erfenis nog bekeken of deze al dan niet rente draagt. De erfbelasting die verschuldigd is over de verkrijging van de kinderen moet de langstlevende voorschieten.

      Er kunnen in een testament aanvullende bepalingen zijn opgenomen zoals het “opvullegaat”  dat ervoor zorgt dat bij het eerste overlijden zo mogelijk helemaal geen erfbelasting wordt betaald. Vaak betekent dit laatste echter dat de kinderen bij overlijden van de langstlevende ouder duurder uit zullen zijn. Zo kunnen er in een testament na het eerste overlijden nog diverse keuzes zijn  gemaakt om de hoogte van de erfbelasting te beïnvloeden.

      Einde citaat

      Beste, bedankt voor je uitgebreide uitleg maar die kennis heb ik wel. De vraag is: als je het online formulier invult, krijg je de vraag of er sprake is van een quasi-wettelijke verdeling. Het komt inhoudelijk wel op hetzelfde neer en is als zodanig verwarrend voor mensen wat ze daar in moeten vullen bij een 1167. Bij de belastingtelefoon Erven konden ze hier geen antwoord op geven.

Denkt u mee

Wilt u reageren? Log dan eerst in.

Inloggen